Uiterlijk

In het vorige hoofdstukje "Geschiedenis" werd al gezegd dat de rasstandaard in 1886 werd opgetekend. De standaard van een ras geeft de blauwdruk waar exemplaren van dat ras aan moeten voldoen. Het geldt als leidraad voor de fokkers en keurmeesters om de individuele vertegenwoordigers van het ras te toetsen aan het ideaalbeeld. Nu is standaard wel een zeer abstracte omschrijving van karakteristieken voor personen die pas in aanraking komen met het ras. U zult pas merken dat die ideaalbeschrijving voor u pas gaat leven bij het veelvuldig in contact komen met zo veel mogelijk verschillende Ieren en bij een zo vaak mogelijk raadplegen van de standaard, naast een oriëntatie op de geschiedenis van het ras met zijn specifieke gebruik van toen.

 

Alvorens de standaard te geven, wordt hier in wat andere woorden gepoogd een algemeen beeld van het uiterlijk van de Ierse Wolfshond te schetsen. In de algemene beschrijving van de standaard staan een paar trefwoorden die het meest wezenlijk zijn voor het bepalen van het type van de Ier. We lezen: grote gestalte - indrukwekkende verschijning - zeer gespierd - krachtig - hoofd en hals hoog gedragen - beweeglijkheid - evenredigheid - moed. De meeste van deze omschrijvingen behoeven geen toelichting, of worden in het verloop van de standaard nader bepaald. Eén typering behoeft hier wel extra aandacht: indrukwekkende verschijning.

Het is zo'n belangrijke typering dat gezegd moet worden: een Ierse Wolfshond is geen Ierse Wolfshond indien hij geen indrukwekkend verschijning is. Hij moet ontzag inboezemen, hij moet eerbied opwekken, hij moet zeggen:

Hier ben Ik !

 

We worden geholpen bij de verder inkleuring van het algeheel beeld door de zin die zegt: "De Ierse Wolfshond moet niet zo zwaar of massief zijn als de Duitse Dog, doch zwaarder of massiever dan de Deerhound, op wie hij overigens in algemeen type moet gelijken." Dit maakt al veel duidelijk, maar vraagt om bestudering van beide rassen. De Deerhound, een aan de Ierse Wolfshond aanverwant ras, is dus het uitgangspunt. Aangezien de Deerhound in type niet of nauwelijks is veranderd geeft dat beslist zekerheid over wat we moeten verstaan onder het gewenste type Ier. Dit geldt eigenlijk niet meer voor de Duitse Dog. De Dog is in de vorige eeuw geëvolueerd tot een meer sierlijke en lichter gebouwde hond menig soortgenoot in de eeuw daarvoor.

Veel Ieren en zeker de moderne schoonheidskampioenen zijn vaak zwaarder dan de Duitse Dog. Maar zoals al beschreven is de Deerhound wezenlijker voor het bepalen van het Ierse Wolfshondtype. Het wil niet zeggen dat de Ier een vergrote kopie is van de Deerhound. Met name de boven- en onderbelijning en de hoekingen in voor- en achterhand vertonen toch duidelijk accentverschillen.

Het hoofd hoewel krachtiger en in totaal groter dan bij de overige windhondenrassen mag niet die windhondenkarakteristieken verliezen. Een sterke ontwikkelde stop, een stompere snuit of een hoekige schedel zijn uit den boze. Temeer daar deze eigenschappen al snel doen denken aan de Duitse Dog. Elke lichaamsonderdeel wat in het vervolg van de standaard wordt beschreven is gedicteerd met één doel voor ogen: de jacht op groot wild. Elk lichaamsonderdeel moet dus gebouwd zijn op kracht, snelheid en functionaliteit en in harmonie zijn met elk ander onderdeel van het lichaam. Dit alles is verpakt in een sieraad van een vacht. Ruw en hard op de tast, warrelig voor het oog, in variatie van veelal oogstrelende, bescheiden kleuren, zo goed passend bij zijn aard en komaf. En dan, die bruine met zwart omgeven ogen tussen de warrelige garnituur van het hoofd. De standaard geeft over de uitdrukking ervan geen uitsluitsel. Doch het hoeft geen betoog dat ze adel moeten uitstralen, dat ze de karaktertrekken moeten verraden.

Vertaling van de raspunten

 

Vertaling van de raspunten van de Irish Wolfhound Club of Ireland. Voor Nederland: Nederlandse Vereniging voor de Ierse Wolfshond (Ierdie).

Algeheel beeld: De Ierse Wolfshond moet niet zo zwaar of massief zijn als de Duitse Dog, doch zwaarder of massiever dan de Deerhound, op wie hij overigens in algemeen type moet gelijken. Van grote gestalte en indrukwekkende verschijning zeer gespierd, sterk doch sierlijk gebouwd, gemakkelijk en vlot in beweging; hoofd en hals hoog gedragen; de staart wordt in een opwaartse lijn gedragen, met een lichte bocht aan het einde. De minimumhoogte- en gewicht zijn, van reuen circa 79cm (31 inches) en circa 54,5 kg (120 Eng. ponden). Die van teven circa 71cm (28 inches) en circa 40,8 kg (90 Eng.ponden). Alles, dat hier beneden blijft, moet van mededinging worden uitgesloten. grootte, inbegrepen schouderhoogte en evenredige lichaamslengte,is het ideaal, waarnaar moet worden gestreefd; de bedoeling is een ras te vestigen, waarvan de reu gemiddeld ruim 81 cm (32 inches) tot ruim 86 cm (34 inches) hoog te zijn en dat de benodigde kracht, beweeglijkheid, moed en evenredigheid zal tonen.

  • Hoofd: Lang, het voorhoofdsbeen loopt zeer weinig op en er is zeer weinig inzinking tussen de ogen. Hersenpan niet te breed. Snuit lang en matig puntig. Oren klein en gedragen als die van de Greyhound.Gebit: Ideaal is het schaargebit; het tanggebit is toegestaan.
  • Hals: Vrij lang, zeer sterk en gespierd. Goed gebogen, zonder keelhuid of los vel om de hals.
  • Borstkas: Zeer diep. Brede borst.
  • Rug: Eerder lang dan kort. Gewelfde lendenen.
  • Staart: Lang en licht gebogen, van middelmatige dikte en goed bedekt met haar.
  • Buik: Goed opgetrokken.
  • Voorhand: Gespierde schouders, die borstbreedte geven en schuin geplaatst zijn. Ellebogen goed onder het lichaam geplaatst en niet naar binnen, noch naar buiten gedraaid.
  • Benen: Bovenarm gespierd en het gehele been sterk en volkomen recht.
  • Achterhand: Gespierde dijen en de schenkel lang en sterk zoals die van een Greyhound, laaggeplaatste hielen, die binnen noch buitenwaarts gekeerd zijn.
  • Voeten: Matig groot en rond, niet binnen of buitenwaarts gedraaid. Tenen goed gebogen en gesloten. Nagels sterk en gebogen.
  • Haar: Ruw en hard op het lichaam, de benen en het hoofd. Vooral warrelig en lang boven de ogen en op de onderkaak.
  • Kleur en aftekening: De erkende kleuren zijn: grijs, gestroomd, rood, zwart, effen wit, reekleurig en elke kleur, die voorkomt bij de Deerhound.
  • Fouten: Hoofd te licht of te zwaar, te hoog voorhoofd; grote oren, die plat tegen het hoofd hangen; korte hals; keelhuid; te smalle of te brede borstkas; ingezakte of zadelrug of volkomen rechte rug; kromme voorbenen; gedraaide voeten; gespreide tenen; te sterk gekrulde staart; zwakke achterhand en een algemeen gebrek aan spieren; te kort lichaam, zalm of leverkleurige oogleden; lippen en neus die niet zwart zijn; zeer lichte ogen; zwakke polsen en hakken.

Opmerkingen: Reuen dienen twee duidelijk goed ontwikkelde testikels te hebben, die geheel in de balzak zijn ingedaald.

Maak jouw eigen website met JouwWeb